donderdag 21 november 2019

Aanfluiting in de Amsterdamse politiek over erfpacht


Verslag raadsvergadering over uitstel

Op 7 november werd in de gemeenteraad van Amsterdam een hele avond vergaderd over een voorstel van de (bijna) voltallige oppositie om de deadline van de voorwaarden van de overstapregeling naar eeuwigdurende erfpacht uit te stellen tot 1-1-2022. De voorstellers o.l.v. Diederik Boomsma (CDA) hadden hiervoor de volgende argumenten: 
  • de plotselinge exorbitante stijging van de erfpachtkosten na 31-12-2019, vooral in de wijken die nu nog een lage bsq hebben;
  • de tekortschietende gemeentelijke communicatie om de erfpachters tijdig te informeren en het nog ontbreken van belangrijke voorwaarden, zoals de coulanceregeling en de vangnetregeling;
  • de chaotische en kostbare uitvoering binnen de gemeentelijke organisatie.
De coalitiepartijen verdedigden hun weigering om aan dit uitstel mee te werken hoofdzakelijk met als argument dat dit uitstel niet zou helpen:
  • dat mensen dan hun beslissing alleen maar verder zouden uitstellen en 
  • dat na de nieuwe deadline een nog grotere canonsprong zou blijken;
  • vooral probeerden ze, de SP voorop, de voorstellers uit elkaar te spelen over het uiteindelijk gewenste alternatieve erfpachtstelsel. Dit laatste lukte slechts ten dele, maar genoeg om de indruk te vestigen dat er op dit moment geen meerderheid voor enig alternatief te vinden is. Wil van Soest (PvdO) merkte terecht op dat dit ook niet serieus is geprobeerd.
De D66-fractie nam een bijzondere positie in door te stellen dat zij zelfs voorstander is van onbeperkt uitstel, maar zich aan het coalitieakkoord gebonden acht om toch tegen te stemmen. Dit zou impliciet zijn af te leiden uit het gegeven dat lopende besluiten van vorige gemeentebesturen loyaal worden uitgevoerd, tenzij hierover afwijkende coalitieafspraken zijn gemaakt.
Pikant werd het toen de andere coalitiepartijen desgevraagd in het midden lieten of er afspraken over deze zaak waren. De wethouder sprak uiteindelijk de verlossende woorden dat "bij belangrijke zaken de coalitie geacht wordt eensluidend te stemmen". Stond D66 nu in zijn hemd met zijn verwijzing naar afspraken die er niet echt waren? Of zullen de anderen wel degelijk te verstaan hebben gegeven dat voorstemmen een coalitiebreuk zou betekenen? Dan nog: zijn de enorme financiële effecten na 1 januari a.s. niet zo'n coalitiebreuk waard?
Mevrouw Simons van Bij1 trok op het laatste moment haar steun aan de motie in. Ze vindt namelijk  dat de gemeente het geld hard nodig heeft voor sociale uitgaven. Wel eerlijk om met zoveel woorden de erfpachter als melkkoe aan te wijzen.

De PvdA legde veel nadruk op hun eigen alternatieve plan dat zij veel liever hadden. Daarin is de waardestijging met slechts 0,25% per jaar bovenop de inflatie opgenomen. Maar nu dat niet haalbaar was gebleken, doen ze dus maar niks om de erfpachters te beschermen! 
De olifant in de kamer is de huidige berekening van de grondwaarde die ertoe leidt dat nu veel méér dan een redelijk aandeel van de waardestijging van de grond èn opstal gaat toevallen aan de gemeente. Na 1 januari ook in de wijken buiten de ring. 

De uitkomst was voorspelbaar: met PvdA, GroenLinks, SP, D66 en Bij1 tegen werd de motie verworpen.
Dit maakt dat het debat uiteindelijk een zeer onbevredigd gevoel achterlaat op de erfpachters. De roep om uitstel was toch vooral een aanklacht tegen de onbarmhartige uitwerking van de besluiten van 2017, waar ook PvdA en Groen Links mordicus tegen waren, maar nu 'alleen uitvoeren'. Grote 'schoksgewijze canonverhogingen' die de voorafgaande gemeenteraden in hun ergste dromen niet hadden durven voorzien en die al in 2010 aanleiding waren om te werken aan aanpassing van het stelsel worden nu voor de hele stad stilzwijgend voor lief genomen. Dat is moeilijk te pruimen. Vandaar de titel: AANFLUITING.
Terugkijken? Hier bij agendapunt 59A.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten