donderdag 21 december 2017

Politiek kijkt weg voor het echte probleem bij de afschaffing van de Wet-Hillen


Met verbazing hebben we het debat over de afschaffing van de Wet-Hillen op 12 december in de Eerste Kamer gevolgd. De kern zit in de onderstaande passage waar de staatssecretaris aan het woord is, die daar de teneur van de voorafgaande sprekers volgt.
Eerder had de heer Van Strien (PVV) gevraagd of de tarieven van het eigenwoningforfait 50% naar beneden gaan als de WOZ-waarden twee keer zo hoog worden (hij zei iets anders, maar dit is de essentie). Dat werd bevestigd. Daardoor wordt het nadeel van de afschaffing van Hillen voor de meeste woningen inderdaad gedempt. Maar het gaat niet op voor het villatarief als woningen boven de drempel van circa 1 mln. euro uitstijgen (stenen waarde waar je niks voor koopt, want je moet erin wonen).

De staatssecretaris geeft hieronder terecht aan dat de echte pijn zit bij de huizen boven 1 miljoen euro. En dan in het bijzonder voor mensen met een klein pensioen en weinig box-3 vermogen (dat relatief veel ouderen een zeker spaarvermogen bezitten mag trouwens niet verbazen en ook niet als een luxe worden beschouwd. Een appeltje voor de dorst hebben deze mensen nodig, o.a. voor zorgkosten, en daar bewust voor gespaard, maar dit terzijde).

De Staatssecretaris: "Ik probeerde alleen aan te geven, maar misschien moet ik niet te veel focussen op mensen met villa's van boven een miljoen, dat het beeld dat is neergezet, namelijk dat de Hillenaftrek vooral heel pijnlijk was voor een AOW'er met een heel klein pensioen erbij met toevallig een afgelost huis, niet juist is. De heer Nagel stelde dat 10% van de mensen een inkomen heeft van kleiner dan €15.000, maar zelfs die framing wil ik nog een klein beetje anders maken, want van dezelfde groep heeft meer dan 60% een individueel box-3-vermogen dat belastbaar is. Daarvan heeft 25% een box-3-vermogen van boven de ton. Ik zeg niet dat die mensen geen last van de maatregel hebben, maar als dat wel het geval zou zijn, dan is het nog steeds niet de groep waarmee Hillen nu wordt aangevallen. Als je zou verwachten dat je met een bepaalde groep Hillen wel zou kunnen aanvallen, dan zou het eerder gaan om de groep mensen met een villabelasting moeten zijn, want die hebben per saldo, inclusief de andere maatregelen die het kabinet neemt, potentieel een min of een structurele min. Dat is eigenlijk de framing, zoals ik die hier vanavond neerzet."
Toch zei bijvoorbeeld Marnix van Rij (CDA) dat hij het liever niet over die groep heeft en geen andere partij hoorde je erover. Het verbaast ons nu zo dat de zorg van de volksvertegenwoordigers (en van de staatssecretaris die hen uiteindelijk volgt) niet uitgaat naar deze niet geringe groep die dankzij de stijgende woningprijzen alleen maar zal toenemen. En wel exponentieel, omdat de drempel ongeveer constant blijft en de woningprijzen landelijk gemiddeld met 5% per jaar zullen stijgen en in de grote steden (Amsterdam voorop) nog veel harder. Zoals wij hebben becijferd zullen in 2048 wel 95% van alle Amsterdamse koopwoningen tot de villacategorie behoren!
In Amsterdam komt deze last bovenop de aanslag van de erfpachtcanons, die over dezelfde WOZ-waarden worden berekend!

Als we minder diep in de glazen bol kijken, is het toch onomstreden dat een substantiële groep nu levende AOW-ers of aspirant-AOW-ers het nog zal meemaken dat zij, die hun woning in de vorige eeuw voor enkele tonnen guldens konden kopen, dankzij een jaarlijks oplopende EWF-belasting met villatarief gedwongen zullen moeten verhuizen! Zij zullen dan ver weg moeten gaan wonen of veel moeten inleveren in kwaliteit om nog uit de kosten te komen. Reken maar uit hoe hard een tarief van 2,35% aantikt bij zescijferige WOZ-waarden. Dat kan nooit uit een klein niet-geïndexeerd pensioen worden betaald. En verhuizen is voor deze groep extra bezwaarlijk.
Dit is toch schrijnend! Waarom komt niemand (ook 50PLUS niet) voor deze groep op? Is het alleen het astronomisch aandoende papieren (stenen) vermogen dat in de beeldvorming een rijkdom suggereert die in feite niet bestaat en zeker niet in koopkracht kan worden omgezet? Ik zou denken dat volksvertegenwoordigers zich daar overheen zouden moeten kunnen zetten. 
Het kabinet en de regeringspartijen benadrukken steeds dat we het "hele plaatje" moeten bezien. Welnu, dit aspect hoort in dat hele plaatje te worden meegenomen.
Wie neemt de handschoen op om de ramp die zich sluipenderwijs dankzij de gifpil van het villatarief dreigt te voltrekken op een of andere wijze af te wenden?
Er moet bij de afschaffing van de Wet-Hillen echt iets aan het villatarief worden gedaan (dat van later datum dan de wet Hillen dateert en op het moment van invoering daar niet mee interfereerde, maar nu wel)!
Als het nu niet ingepast kan worden dan moet dit bij de evaluatie geregeld worden, die al in 2019 zal plaatsvinden. De staatssecretaris heeft nog even de tijd om over een passende oplossing na te denken.

Analyse van het besluit van minister Ollongren om de erfpachtbesluiten van de gemeente Amsterdam NIET te vernietigen.



Vijf maanden nadat Stichting Erfpachtbelang Amsterdam SEBA en wij een verzoek hadden ingediend de Amsterdamse erfpachtbesluiten te vernietigen wegens strijd met het recht en het algemeen belang, krijgen wij dit antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken. Hier volgt een analyse van deze brief. 

Juridisch stelt de brief weinig voor.
1. Het procedurele argument (de verzoekers hebben niet het echte besluit met rechtsgevolgen genoemd, maar alleen de politieke bekrachtiging daarvan door de raad) is een giller! Het is van de categorie ‘paarse krokodil’ (ja ik zie wel welke besluiten u bedoelt, maar u moet ze wel precies opschrijven). Als je burgers kwaad wil maken, moet je met zulke formalistische kul aankomen.
a. Het Gemeenteblad van Amsterdam geeft precies dezelfde vindplaats voor de besluiten. Dus die gebruikt ook een verkeerde aanduiding?;                                                                          
b. de minister gaat verder wel in op de besluiten, dus weet donders goed waar het om gaat;              
c. de Kroon heeft een eigen opdracht onrechtmatige besluiten niet in stand te laten. Het instrument vernietiging door de Kroon heet in bestuurlijk jargon zelfs ‘Spontane vernietiging’, is dus ook bedoeld om door de minister uit eigen beweging toe te passen. In het beleidskader voor schorsing en vernietiging uit 2010 staat het zo: “In de eerste plaats moet worden gesignaleerd dat een besluit mogelijk in strijd is met het recht of het algemeen belang. Dit kan op drie manieren. In de eerste plaats kan de Kroon zelf signaleren dat een besluit mogelijk voor vernietiging in aanmerking komt. Daarnaast kunnen burgers een verzoek tot vernietiging doen.”

2. Inhoudelijk gaat de minister niet in op belangrijke argumenten: de strijd met de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur, het verbod voor gemeenten om progressieve tarieven te hanteren (inkomens- en vermogenspolitiek), de impact voor de rijksbegroting doordat excessieve canons aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting.

3. De inhoudelijke argumenten herhalen de bekende redenering van de gemeente over de residuele rekenmethode, namelijk dat de actuele grondwaarde opnieuw mag worden gebruikt als grondslag voor de erfpachtcanon. De gemeente meent de grondwaarde in plaats van de waarde van het bloot eigendom na aftrek van de erfpachtwaarde in rekening te mogen brengen. Dit is een wezenlijk geschilpunt, dat echter in een bijzonder daglicht komt te staan nu blijkt dat de verantwoordelijk wethouder als lijsttrekker van zijn partij al te kennen heeft gegeven dat hij het zelf niet eens is met deze methodiek, althans met de zeer scheve uitkomsten ervan. Immers, de VVD pleit voor verdere aftopping van de bbq tot 30%, voor een extra korting van 50% om de financiele gevolgen van het afschaffen van de steeds bezwaarlijker canonlast voor de erfpachters te mitigeren en belooft de voorwaarden van het overstapaanbod ongemoeid te laten tot 2022). Kortom, het was niet moeilijk geweest de juridische argumenten omgekeerd te laten uitpakken. Dit brengt ons op de politieke argumenten achter het besluit van de minister.

Politiek is hier iets (heel) bijzonders aan de hand.
1. Politiek is de situatie bijzonder, omdat de minister in de beeldvorming haar eigen besluit had moeten vernietigen. Dat is echter maar schijn, want formeel is de minister als functionaris van de Kroon een heel andere figuur dan de wethouder van de gemeente Amsterdam. In dit geval kon de minister zelfs door vernietiging van de besluiten politieke eer oogsten door duidelijk te maken hoe onafhankelijk ze wel is. Nu heeft ze die kans gemist en zullen de mensen onwillekeurig de verdenking koesteren dat de slager het eigen vlees heeft gekeurd.

2. De bovengenoemde discussie over erfpachtrecht en grondwaarde laat al zien dat erfpacht een niet onbelangrijke rol speelt in de komende gemeenteraadsverkiezingen. Het is aannemelijk dat juist de eigen partij van de minister (die in 2014 had beloofd “het schandelijke afromen van de woningwaarde” te zullen afschaffen) en de VVD, die soortgelijke beloften heeft gedaan, grote electorale schade zullen opleveren. Beide partijen hebben hun beloften niet heeft waargemaakt in de ogen van juist de kiezers in de wijken die het meest gedupeerd zijn door de erfpachtbesluiten. Dus, politiek had het heel voordelig kunnen zijn voor juist die partijen als de minister hen met een vernietigingsbesluit (inclusief een aanwijzing hoe de erfpachtbesluiten te repareren) “te hulp was gekomen’. Daarmee zou een angel uit de campagne zijn weggenomen en een troef voor de concurrentie CDA/Erfpachtpartij (en wellicht anderen als Forum van Democratie) uit handen zijn geslagen. Hoe moet het gegeven dat de minister deze kans niet heeft benut (wat juridisch dus best had gekund) dus worden uitgelegd? De eigen partij D66-Amsterdam heeft niets in de het verkiezingsprogramma opgenomen, waaruit kan worden afgeleid dat zij de huidige besluiten voor lief neemt en niet zwaar tilt aan de electorale gevolgen. Voor de VVD ligt dat anders. Immers zij zegt wel verandering te willen. De wethouder/lijsttrekker Eric van der Burg was op de hoogte van het verzoek tot vernietiging van de besluiten en had ampel gelegenheid om zijn oud-collega te suggereren van deze mogelijkheid in zijn voordeel gebruik te maken. Immers, de kans dat het verkiezingsprogramma van de VVD op dit punt in een volgend college gerealiseerd kan worden is minimaal. Dus dit was voor hem vrijwel de enige kans. Dat de VVD hier binnenskamers niet (voldoende krachtig) op heeft aangedrongen roept extra vragen op over de ernst van de verkiezingsbeloften van deze partij. Andermaal, nu de kiezers al zeer sceptisch zullen zijn na de ervaringen van de vorige keer.

3. Misschien heeft de minister (weer voor de beeldvorming) het niet aangedurfd haar eigen stad, de grootste stad van het land, voor het hoofd te stoten? Voor dit argument is geen echte reden, omdat in het zelfde genoemde verkiezingsprogramma de verdediging van de dan gedesavoueerde wethouder al klaarligt: “wij konden in dit college onze wensen niet realiseren”. Dus Eric van der Burg hoeft als woordvoerder van de gemeente zich helemaal niet gedesavoueerd te voelen, maar kan laten blijken dat hij au fond de maatregel opvat als steun in de rug voor een nog redelijker uitkomst.

Politiek waren de belangrijkste argumenten dus gericht op wel vernietigen (met mogelijkheid om te repareren, dus zonder schade voor erfpachters, bijvoorbeeld in Zuid-Oost, die juist blij waren met de genomen besluiten). Dat brengt ons op de economische aspecten.

Economisch zijn er zwaarwegende belangen in het spel, die vermoedelijk de doorslag hebben gegeven.
1. Voor de gemeente Amsterdam, in het bijzonder de wethouder van Financiën Kock, gaat het om veel geld, binnen te halen van erfpachters die zich met het mes op de keel bijna gedwongen voelen om toch maar over te stappen (in het licht van de sterk opgelopen huizenprijzen waardoor het alternatief voor hen nog ongunstiger is). Juridisch heet dit een wilsgebrek, maar het gaat nu om economische factoren. Ook zijn er erfpachters die het liefst afkopen, zelfs als ze weten dat ze eigenlijk te veel betalen, omdat ze veel spaargeld op de bank hebben dat zeer weinig opbrengt. Deze mensen vinden het belangrijk om van het gezeur af te zijn en willen t.z.t. ook geen 4,5% (canon)rente betalen. De wethouder van Financiën ziet deze klanten graag komen om zijn schuldpositie te verbeteren.

2. Voor de rijksoverheid, die zelf  heel veel aan erfpacht verdient op de Waddeneilanden en andere bezittingen van het Rijksvastgoedbedrijf, zou de uitspraak van de minister ook nadelige financiële gevolgen kunnen hebben als de erfpachters daar op soortgelijke wijze in het geweer komen. Bij Binnenlandse Zaken zit een ‘bureau’ erfpachtzaken in de Directie Wonen, dat zorgvuldig waakt voor het verpachtersbelang, zoals onlangs ook weer is gebleken bij Kamervragen van onder meer het Kamerlid Ronnes. Dit Bureau had niet het voortouw bij de reactie van de minister, maar is daar zeker nauw bij betrokken geweest.

3. Het verlies aan belastinginkomsten doordat canons aftrekbaar zijn en te hoge canons dus geld kosten voor de schatkist weegt niet op tegen deze financiële voordelen. In de eerste plaats gaan de verhoogde jaarlijkse canonbetalingen pas op langere termijn (na einde tijdvak) lopen en in de tweede plaats is de aftrek voor de inkomstenbelasting dan gemaximeerd op het lage tarief.