Met verbazing hebben we het debat over de afschaffing van de Wet-Hillen op 12 december in de Eerste Kamer gevolgd. De kern zit in de onderstaande passage waar de staatssecretaris aan het woord is, die daar de teneur van de voorafgaande sprekers volgt.
Eerder
had de heer Van Strien (PVV) gevraagd of de tarieven van het eigenwoningforfait 50% naar beneden
gaan als de WOZ-waarden twee keer zo hoog worden (hij zei iets anders,
maar dit is de essentie). Dat werd bevestigd. Daardoor wordt het nadeel
van de afschaffing van Hillen voor de meeste woningen inderdaad gedempt.
Maar het gaat niet op voor het villatarief als woningen boven de drempel van circa 1 mln. euro uitstijgen (stenen waarde waar je niks voor koopt, want je moet erin wonen).
De Staatssecretaris: "Ik probeerde alleen aan te geven, maar misschien moet ik niet te veel focussen op mensen met villa's van boven een miljoen, dat het beeld dat is neergezet, namelijk dat de Hillenaftrek vooral heel pijnlijk was voor een AOW'er met een heel klein pensioen erbij met toevallig een afgelost huis, niet juist is. De heer Nagel stelde dat 10% van de mensen een inkomen heeft van kleiner dan €15.000, maar zelfs die framing wil ik nog een klein beetje anders maken, want van dezelfde groep heeft meer dan 60% een individueel box-3-vermogen dat belastbaar is. Daarvan heeft 25% een box-3-vermogen van boven de ton. Ik zeg niet dat die mensen geen last van de maatregel hebben, maar als dat wel het geval zou zijn, dan is het nog steeds niet de groep waarmee Hillen nu wordt aangevallen. Als je zou verwachten dat je met een bepaalde groep Hillen wel zou kunnen aanvallen, dan zou het eerder gaan om de groep mensen met een villabelasting moeten zijn, want die hebben per saldo, inclusief de andere maatregelen die het kabinet neemt, potentieel een min of een structurele min. Dat is eigenlijk de framing, zoals ik die hier vanavond neerzet."
Toch zei bijvoorbeeld Marnix van Rij (CDA) dat hij het liever niet over die groep heeft en geen andere partij hoorde je erover. Het verbaast ons nu zo dat de zorg van de volksvertegenwoordigers (en van de staatssecretaris die hen uiteindelijk volgt) niet uitgaat naar deze niet geringe groep die dankzij de stijgende woningprijzen alleen maar zal toenemen. En wel exponentieel, omdat de drempel ongeveer constant blijft en de woningprijzen landelijk gemiddeld met 5% per jaar zullen stijgen en in de grote steden (Amsterdam voorop) nog veel harder. Zoals wij hebben becijferd zullen in 2048 wel 95% van alle Amsterdamse koopwoningen tot de villacategorie behoren!
In Amsterdam komt deze last bovenop de aanslag van de erfpachtcanons, die over dezelfde WOZ-waarden worden berekend!
Als we minder
diep in de glazen bol kijken, is het toch onomstreden dat een
substantiële groep nu levende AOW-ers of aspirant-AOW-ers het nog zal
meemaken dat zij, die hun woning in de vorige eeuw voor enkele tonnen
guldens konden kopen, dankzij een jaarlijks oplopende EWF-belasting met
villatarief gedwongen zullen moeten verhuizen! Zij zullen dan ver weg
moeten gaan wonen of veel moeten inleveren in kwaliteit om nog uit de
kosten te komen. Reken maar uit hoe hard een tarief van 2,35% aantikt
bij zescijferige WOZ-waarden. Dat kan nooit uit een klein
niet-geïndexeerd pensioen worden betaald. En verhuizen is voor deze
groep extra bezwaarlijk.
Dit is toch schrijnend! Waarom
komt niemand (ook 50PLUS niet) voor deze groep op? Is het alleen het
astronomisch aandoende papieren (stenen) vermogen dat in de beeldvorming
een rijkdom suggereert die in feite niet bestaat en zeker niet in
koopkracht kan worden omgezet? Ik zou denken dat volksvertegenwoordigers
zich daar overheen zouden moeten kunnen zetten.
Het
kabinet en de regeringspartijen benadrukken steeds dat we het "hele
plaatje" moeten bezien. Welnu, dit aspect hoort in dat hele plaatje te
worden meegenomen.
Wie neemt de handschoen op om de
ramp die zich sluipenderwijs dankzij de gifpil van het villatarief
dreigt te voltrekken op een of andere wijze af te wenden?
Er
moet bij de afschaffing van de Wet-Hillen echt iets aan het villatarief
worden gedaan (dat van later datum dan de wet Hillen dateert en op het
moment van invoering daar niet mee interfereerde, maar nu wel)!
Als het nu niet ingepast kan worden dan moet dit bij de evaluatie geregeld worden, die al in 2019 zal plaatsvinden. De staatssecretaris heeft nog even de tijd om over een passende oplossing na te denken.