woensdag 11 maart 2020

Amsterdamse erfpacht op de agenda in Den Haag en Brussel



Wie dacht dat erfpacht wel uit de kolommen zou verdwijnen na de belangrijke datum 8 januari jl (einde van happy hour voor een grote groep erfpachters die nog met gunstige voorwaarden konden overstappen), komt bedrogen uit. Het is dezer dagen juist erg druk aan het erfpachtfront.

Maandelijks zijn er insprekers met steeds nieuwe grieven in de Amsterdamse raadszaal, die onder meer hun beklag deden over het achterhouden van belangrijke documenten, opgevraagd op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob, dus wordt gesproken van ’wobstructie’).
Zij vrezen dat de gemeente iets te verbergen heeft, want waarom anders worden dure Zuidas-advocaten ingehuurd om het beroep bij de rechtbank voor de gevraagde transparantie te bestrijden? Er is nu enige beweging, omdat burgemeester Halsema de inspreker beloofde opening van zaken te geven.

De Tweede Kamer bemoeit zich ook met de Amsterdamse erfpacht en spreekt binnenkort op initiatief van het VVD-kamerlid Daniël Koerhuis over de vraag of erfpachters niet beter beschermd moeten worden tegen woekerpraktijken. In verband daarmee had de Tweede-Kamercommissie de minister gevraagd eens te reageren op het Zwartboek Erfpacht van het Amsterdamse Actiecomité Verontruste Erfpachters. In de week van 24 februari heeft minister Stientje van Veldhoven (Wonen, D66) die reactie per brief ingestuurd.

Een collega-kamerlid van CDA, Erik Ronnes had al eerder vijftien vragen gesteld aan de minister over de ophef die in Amsterdam is ontstaan door de nieuwe rekenmethode voor de grond van de gemeente naar aanleiding van de overstapregeling naar eeuwigdurende erfpacht. En ook de antwoorden op deze kamervragen zijn in dezelfde week door dezelfde minister uitgebracht.

Er zou volgens de antwoorden van de minister niets aan de hand zijn. De grondprijs lijkt een logisch uitvloeisel te zijn van maatschappelijke ontwikkelingen, in plaats van een eenzijdige politieke keuze van het gemeentebestuur. De werkelijkheid is dat veel erfpachters zich machteloos verzetten tegen te hoge waardering van de grond onder hun huis zonder dat de mogelijkheid bestaat om bezwaar aan te tekenen. De minister vindt dat de belangen van erfpachters voldoende beschermd zijn door de gemeenteraad en de ombudsman (beide geven echter niet thuis) en anders moeten ze maar naar de rechter. In mei zal blijken of de Tweede Kamer er ook zo over denkt.

Er is iets geks met de Haagse opstelling over de Amsterdamse erfpacht. In de reactie op het Zwartboek schrijft de minister namelijk dat ze slechts op twee punten een rol voor het Rijk ziet weggelegd. Dat betreft ten eerste de vraag of er wel voldoende transparantie wordt geboden (daar zullen de bovenvermelde insprekers blij mee zijn). Ten tweede wil de minister met de banken in overleg treden of het nou echt nodig is om bij overstappen naar eeuwigdurende erfpacht, zelfs als er geen cent extra wordt geleend, een heel nieuwe hypotheekakte op te stellen met alle notariskosten van dien.
Verder schrijft de minister dat de discussie over het erfpachtbeleid lokaal gevoerd moet worden. Maar in de beantwoording op de vragen van Erik Ronnes is ze die houding vergeten. Door de manier waarop de minister die vragen beantwoordt, tendentieus en eenzijdig, duidelijk ingefluisterd door de gemeente Amsterdam, kiest ze juist partij in deze lokale discussie. Ze had er verstandig aan gedaan niet alleen advies in te winnen bij de belanghebbende gemeente (grondbedrijf), maar ook bij de andere partij, de erfpachters.

Intussen zoeken die hun heil deze week ‘hogerop’ door een klacht in te dienen bij de Europese Commissie over misbruik van marktmacht door de gemeente Amsterdam. Let wel, de nationale overheid is aansprakelijk voor het voorkómen dat gemeenten zich niet aan de Europese regels houden, dus misschien komt de minister zichzelf nog tegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten